De volleyballers staan in de halve finale, maar volgens aanvoerder Laura Dijkema gaat het ‘nu pas echt beginnen’

Laura Dijkema (r) in actie tijdens de poulewedstrijd tegen Finland. Nederland verloor dit toernooi pas één set.

Laura Dijkema (r) in actie tijdens de poulewedstrijd tegen Finland. Nederland verloor dit toernooi pas één set.

Foto Toms Kalnins/EPA

Interview

EK volleybal Het vernieuwde Nederlands volleybalteam staat vrijdag in de halve finale van het EK tegen wereldkampioen Servië. De Duitse bondscoach Felix Koslowski heeft veel veranderd.

Opnieuw staat ze met het Nederlands volleybalteam bij de laatste vier op een Europees kampioenschap. Maar voor Laura Dijkema is het, na twee zilveren medailles en een vierde plaats, ook de laatste keer. De 33-jarige aanvoerder is bezig aan haar zevende EK en wil bij de Olympische Spelen van Parijs volgend jaar afscheid nemen als international, zegt ze per telefoon vanuit Brussel. Daar speelt Oranje vrijdagavond tegen wereldkampioen Servië om een plaats in de EK-finale. Tijdens het gesprek met NRC houdt Dijkema de kwartfinalewedstrijd van de Servische ploeg tegen Tsjechië in de gaten. De Tsjechen winnen verrassend de eerste set, maar worden daarna van het veld geslagen.

De laatste drie sets van Servië zouden als een waarschuwing moeten gelden voor Oranje, dat bij dit EK nog geen tegenstanders van wereldniveau trof. „Voor ons gaat het toernooi nu echt beginnen”, zegt Dijkema. „We hebben mazzel gehad met de loting. Een van de kwartfinales ging tussen Turkije en Polen, dat zegt veel.” De Turkse ploeg voert de wereldranglijst aan, Polen is de nummer zeven.

Nederland, opgeklommen naar de negende plaats, verloor bij dit EK in zeven wedstrijden slechts één set, tegen Frankrijk in de groepsfase. „We waren het aan onze stand verplicht om deze wedstrijden te winnen”, zegt Dijkema. „Ook met het oog op de wereldranglijst. Als we hadden verloren van een lager geklasseerde tegenstander, had ons dat veel punten gekost.”

Olympische kwalificatie

De wereldranglijst speelt een cruciale rol in het huidige topvolleybal, omdat voor het eerst via die ranking olympische tickets te verdienen zijn. Bij het EK staat kwalificatie voor ‘Parijs’ niet op het spel, zelfs niet voor de Europees kampioen. Vanaf 16 september wordt, op drie locaties, gestreden om in totaal zes olympische startbewijzen. Nederland doet mee aan het kwalificatietoernooi in China.

Buiten die toernooien worden nog vijf tickets verdeeld (gastland Frankrijk is sowieso geplaatst). Die worden in juni 2024 op basis van de ranking uitgedeeld. Wat dat betreft staat Nederland er momenteel goed voor. „De Spelen zijn zeker haalbaar, maar het zou heel bijzonder zijn als we ons kwalificeren”, zegt Dijkema. De spelverdeler is al dertien jaar international, maar zij deed alleen mee aan de Zomerspelen van Rio in 2016.

Olympische kwalificatie was voor de Nederlandse volleybalsters vorig jaar nog ver weg, nadat de ploeg bij het WK in eigen land als twaalfde was geëindigd. Na het toernooi stopte bondscoach Avital Selinger, hij werd in januari opgevolgd door de Duitser Felix Koslowski. Onder hem volleybalt Oranje anders, zegt Dijkema. „We spelen een stuk sneller, zoals de meeste teams tegenwoordig doen. Felix heeft daarmee echt zijn stempel op dit team gedrukt. Het tempo van onze aanvallen is hoger geworden; vaak was een set-up een hoge bal, nu is dat eerder een streep.” Koslowski heeft nog meer veranderingen doorgevoerd, vertelt Dijkema. „Hij laat heel veel meiden spelen en gebruikt de breedte van het team. De laatste jaren speelden we toch vooral met een vaste basis.”

Lees ook: dit interview met international Celeste Plak uit 2020, toen zij tijdelijk was gestopt vanwege fysieke en mentale problemen

Dijkema behoorde jarenlang tot die vaste basis, zij is met diagonaalaanvaller Celeste Plak de laatst overgebleven speelster van de olympische selectie die in Rio naast olympisch brons greep. Anne Buijs, aanvoerder bij het laatste WK, besloot deze zomer pauze te nemen. Dijkema: „We zitten gewoon in een nieuwe fase, met dit team zullen we olympische kwalificatie moeten afdwingen. De potentie is groot, veel speelsters hebben in het clubseizoen en ook deze zomer enorme progressie geboekt.”

Drie spelverdelers

Voor de ontwikkeling van de nieuwe internationals geeft Dijkema de credits grotendeels aan Koslowski. De 39-jarige Duitser is een betrokken coach, zegt ze. „Op trainingen geeft hij bij elke bal commentaar of een aanwijzing. Geen moment blijft onbesproken. Daardoor heb ik speelsters technisch en tactisch hele grote stappen zien maken.”

Als aanvoerder heeft Dijkema veel contact met Koslowski, maar voor hem is iedereen gelijk, zegt ze er meteen bij. Dat blijkt ook wel. Dijkema, die meer dan 400 interlands speelde, staat lang niet altijd in de basis bij Oranje. Koslowski koos er zelfs voor om in zijn veertienkoppige EK-selectie drie spelverdelers op te nemen. Naast Dijkema selecteerde hij Britt Bongaerts (27) en Sarah van Aalen (23). „Dat is bijzonder, maar niet uniek”, zegt Dijkema. „Ik heb het eerder ook gezien bij België en de Verenigde Staten. Waarom hij dat heeft gedaan weet ik niet, misschien kon hij niet kiezen? Ik speel een stuk minder, maar voor het team doe ik dat graag. Wie er speelt, laat Felix van de tegenstander afhangen. Hij heeft altijd een heel duidelijk plan. Mij kan hij goed gebruiken in de heat of the moment. Met mijn ervaring en aanpassingsvermogen kan ik op belangrijke punten een andere speelstijl aanzetten.”

Bij dit EK speelde Nederland in de groepsfase vijf wedstrijden in de Estse stad Tallinn. Voor de knockout-duels met Zwitserland (3-0) en Bulgarije (3-0) reisde de ploeg naar Florence in Italië. De halve finale tegen Servië is in Paleis 12, een sporthal in Brussel met plaats voor 15.000 toeschouwers. Het toernooi kon tot nu toe nog niet op veel belangstelling vanuit Nederland rekenen, maar Dijkema verwacht in de Belgische hoofdstad meer supporters. „Familie en vrienden komen zeker kijken. Maar via sociale media zie ik de belangstelling voor onze prestaties toenemen. Wie weet spelen we vrijdag tegen Servië een thuiswedstrijd.”